Om het nieuwe pensioenakkoord te snappen, moeten we beginnen bij het oude akkoord. Dit akkoord is gesloten in een hele andere tijd. Toen de mensen die nu met pensioen gaan begonnen met sparen, werden zij gemiddeld vijfenzeventig jaar. Tegenwoordig worden we gemiddeld eenentachtig. Deze stijging van de levensverwachting zorgt voor veel hogere pensioenkosten.
Bovendien was het oude pensioenakkoord een stuk minder flexibel. Dat hoefde destijds ook niet, want mensen bleven lang bij één werkgever. Dat is nu veel minder het geval: mensen switchen sneller tussen banen en tussen loondienst en ondernemen, waardoor meer flexibiliteit in het pensioenstelsel gevraagd wordt.
Dit zorgde ervoor dat het huidige stelsel zijn beloftes niet goed meer kan nakomen. Er moest dus iets veranderen. Met het nieuwe pensioenakkoord komen er nieuwe regels voor het pensioen dat je samen met je werkgever opbouwt. Je blijft samen met je werkgever geld opzij zetten, maar er verandert ook veel.