Met deze uitgangspunten in gedachten, pakten we het arbeidscontract erbij. Is het echt nodig om een precieze start- en eindtijd van de werkdag vast te leggen? Of dat je een half uur lunchpauze hebt? En is ‘met inachtneming van’ en ‘betrachten omtrent’ niet veel te formeel voor onze informele bedrijfscultuur? We besloten om alle tekst uit het contract in te delen in vier categorieën: ‘voorpagina contract’, ‘achterpagina contract’, ‘handboek’ en ‘prullenbak’. Hierbij kwam de hulp van Daniël goed van pas. Hij kon ons precies vertellen wat wettelijk verplicht is om in het contract op te nemen en wat ook prima in het handboek kan. Bovendien was dit een mooie kans om de bezem door de tekst te halen en alles toegankelijker en informeler op te schrijven.
De voorpagina was alleen bestemd voor de zaken die een nieuwe collega direct wil weten en de leuke onderwerpen, zoals salaris, de duur van het contract en de hoeveelheid vakantiedagen. Op de achterkant komen de 'saaie', maar belangrijke en juridisch verplichte details, zoals pensioen- en verzekeringsinformatie. Wij vonden het goed om dit wel aandacht te geven in het contract, maar om het geen prominente rol te geven. De dagelijkse dingen, zoals de procedure rond het aanvragen van vakanties en andere huisregels, mochten naar het handboek. Deze onderwerpen zijn wel belangrijk, maar niet onmisbaar voor in het contract. Bovendien leiden ze in het contract af van de echt belangrijke dingen, waarvan je wil dat ze blijven hangen. Tot slot mochten er ook een aantal zaken helemaal uit, zoals de op papier verplichte, maar in de praktijk niet-verplichte werktijden er helemaal uit. Want of je nou van half acht tot vier werkt of van half tien tot zes, dat maakt niet uit en hoeft dus niet vastgelegd te worden.